
6 februari 1818
Het keurslijf voor "de moordenaar"
van Manneken-Pis
"... Deze dag, 6 februari 1818, elf uur 's ochtends, als gevolg van het vonnis van het Hof van Assisen van de provincie Brabant op 5 november 1817.
Ik, ondergetekende, hoofdregistrant van het Hooggerechtshof, op het kruispunt van een van de kamers van het stadhuis met uitzicht op de Grote Markt van de stad Brussel, aangewezen als executie, heb gezien en erkend de uitvoerder van strafvonnissen van justitie begeleid door de Koninklijke Marechaussee, onder leiding op het plein met de naam Antoine Licas, drieëndertig, veroordelen gratie schilder geboren in gebouwen en woont in Brussel, veroordeeld door het oordeel van de Court of Assizes voorgaand aan hard labour for life (...)
De genoemde Antoine Licas is op het schavot gemonteerd en is met een ijzeren ring aan de kraag bevestigd, met boven zijn hoofd een bord dat in vet en leesbaar karakter zijn naam, beroep, woonplaats, de oorzaak van zijn veroordeling draagt, het geval dat hij vergeving voor pardon kreeg, zijn straf (...)
Nadat de genoemde Antoine Licas aldus een uur aan de ogen van het volk was blootgesteld, zag en herkende ik op het middaguur dat de uitvoerder het losmaakte, vastmaakte aan een post die op de grond was opgericht. van de steiger, en op hem aangebracht met een heet strijkijzer, op de rechterschouder, de afdruk van de letters TP en vervolgens, nadat hij het van de paal had losgemaakt en hem zijn kleren had teruggezet, deponeerde hij het in de handen van de Koninklijke Marechaussee wordt teruggebracht naar het huis van gerechtigheid (...)
Een schuldige man vond snel ...
Welke verfoeilijke misdaad heeft Antoine Licas schuldig bevonden aan de schaamte van ketenen, verwelking en een veroordeling tot dwangarbeid voor het leven?
In de nacht van 4 op 5 oktober 1817 verdwijnt het standbeeld van Manneken-Pis van zijn basis.
Een "ontvoering" die opwinding zaait door de hele stad.
Politie en maréchaussée zijn actief op zoek naar het beeldje en de kapitein.
Een paar dagen later arresteren ze een man genaamd Licas, die al lijnen op de hoorns heeft omdat hij gratie verleent.
In een stroom van vragen bekent het individu zeer snel zijn larceny en gaat ermee akkoord om de plaats te onthullen waar hij zijn buit heeft verborgen.
Dit is hoe we onze kleine held, begraven op een woestenij van de oude stadsmuren, ergens tussen de poort van Namen en de Leuvense poort, terugkrijgen.
Helaas! Licas, die het beeldje alleen stal met de bedoeling het brons te verkopen aan een rommelhandelaar in de Hoogstraat, aarzelde niet om Petit Julien te breken met massale schoten voordat het puin werd begraven.
Voor de goede mensen van Brussel is dit een echte "moord" ...
Een gerecht dat geen grap maakt ...
Is het omdat hij een recidivist is of is er een voorbeeld?
Toch grapt Justitie niet met deze misdaad "lèse-Manneken-Pis".
5 november 1817 - slechts een maand na de gebeurtenissen, wat een ultrasnelle vertraging is - veroordeelt het Assisenhof in Zuid-Brabant Licas "... voor het stelen van het beeldje Manneken-Pis, gepleegd in de nacht van 4 tot 5 oktober 1817, met de hulp van het klimmen in een gegrilde ruimte rondom een openbare fontein op de hoek van de straat van de eik en de oven, met de straffe van harde arbeid in eeuwigheid (...)
Bestelde dat hij vóór het ondergaan van zijn vonnis gehecht zal zijn aan het juk op een van de openbare pleinen van de stad Brussel en dat hij daar een uur lang aan de ogen van de mensen zal blijven.
Een zin omgezet door Koning William ...
De straf voor dwangarbeid in eeuwigheid werd echter omgezet door Koning William: Licas zag zijn veroordeling teruggebracht tot twintig jaar dwangarbeid door een genadebevel.
De soeverein van Den Haag was ver van Brussel verwijderd en hij wist ongetwijfeld niets van het karakter van Manneken-Pis?
Wat onze kleine held betreft, hij is niet hersteld maar is op 6 december 1817 opnieuw naar zijn domein verhuisd, naar de algemene tevredenheid van de Brusselse bevolking

|